Ik hoor het regelmatig van ouders: ‘Ik probeer het hoofdje wel naar rechts te leggen, maar twee tellen later ligt het hoofdje toch weer naar de voorkeurszijde gedraaid.’ Dit noemen we een voorkeurshouding, en het kan hardnekkiger zijn dan je denkt. Als babyosteopaat zie ik dit regelmatig in mijn praktijk en ik wil je graag meer vertellen over de mogelijke oorzaken, gevolgen en wat je eraan kunt doen.
Wat is een voorkeurshouding?
Een voorkeurshouding betekent dat je baby het hoofdje overwegend naar één kant draait of houdt. Dit kan al direct na de geboorte zichtbaar zijn, met of zonder afvlakking op de schedel, maar kan ook pas na enkele weken zich manifesteren. Soms lijkt het niet te zien aan het hoofdje, maar ligt je baby wel als een ‘banaantje’. Het is wel belangrijk om er aandacht aan te besteden, omdat het gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van je kindje.
Mogelijke oorzaken van een voorkeurshouding:
Er zijn verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een voorkeurshouding:
- Ligging in de baarmoeder: De positie van je baby in de laatste weken van de zwangerschap kan invloed hebben. Als je baby lang in dezelfde houding heeft gelegen, kunnen er spanningen ontstaan in het nekje en de rug.
- Positie tijdens de geboorte: Ook de ligging van het hoofdje tijdens de geboorte kan een rol spelen. Een moeilijke of langdurige bevalling, waarbij er veel kracht op het hoofdje en nekje komt, kan disbalans veroorzaken. Ook bij een keizersnede kunnen er spanningen ontstaan, waardoor er een voorkeurshouding ontwikkelt.
- Spanning in het lichaam: Spanning in de borstkas, buik of het bekken kan er ook voor zorgen dat je baby een voorkeurshouding aanneemt.
- Meerlingzwangerschap: Bij een tweeling of meerling is er minder ruimte in de baarmoeder, waardoor de kans op een voorkeurshouding groter is.
Welke klachten kunnen er optreden bij een voorkeurshouding?
Naast het steeds naar één kant kijken, kunnen er ook andere klachten optreden bij een voorkeurshouding:
Bewegingsonrust: Door de spanning in het lichaam kan het voor baby’s met een voorkeurshouding lastiger zijn om te ontspannen en tot rust te komen.
- Overstrekken: Baby’s met een voorkeurshouding kunnen meer geneigd zijn om te overstrekken.
- Niet graag op hun rug willen liggen, doordat ze langer op de afgevlakte zijde liggen ontstaat daar irritatie door de continue druk erop.
- Darmkrampjes: De zenuwen die naar de buik gaan komen achter uit de schedel en lopen via de nek en borstkas naar de buik. Dit kan meer spanning in het buikgebied geven en leiden tot meer darmkrampjes.
- Moeite met drinken: Het drinken aan de borst kan lastiger zijn, doordat de baby het hoofdje niet goed kan draaien of vasthouden. Dit kan leiden tot onrust en frustratie tijdens het voeden. Ook het drinken uit de fles kan moeizamer gaan omdat de coördinatie van de mond en kaak motoriek lastiger verloopt.
Gevolgen voor de ontwikkeling:
Een aanhoudende voorkeurshouding kan verschillende gevolgen hebben voor de ontwikkeling van je baby. Als het hoofdje langdurig naar één kant gedraaid blijft, kan dit leiden tot:
- Afplatting van het hoofdje: Door de constante druk op één kant van het hoofdje kan er een afplatting ontstaan.
- Verlate of asymmetrische motorische ontwikkeling: Het draaien, rollen, kruipen en uiteindelijk lopen kan beïnvloed worden. Er kan een sterke voorkeur blijven bestaan voor één kant, wat invloed heeft op de balans en coördinatie. Dit kan later ook gevolgen hebben voor sport en bewegen in het algemeen.
- Hogere spierspanning: Om toch de motorische mijlpalen te bereiken, kunnen baby’s een hogere spierspanning ontwikkelen, wat weer andere klachten kan veroorzaken.
- Moeite met rust en concentratie: Het is lastiger om voldoende rust in hun lijf te vinden, wat gevolgen kan hebben voor de concentratie en het leervermogen, met name in de schoolperiode.
Wat kan een babyosteopaat doen?
Als babyosteopaat onderzoek en behandel ik het hele lichaam van je baby met zachte technieken. Ik ga op zoek naar de oorzaak van de voorkeurshouding, die niet altijd in het nekje of hoofdje hoeft te zitten, en probeer de disbalans op te heffen. Ik vind het belangrijk om ouders goed uit te leggen wat er speelt, zodat ze het proces begrijpen en zelf ook kunnen ondersteunen.
Bij een sterke voorkeurshouding en/of afvlakking van het hoofdje werk ik bijna altijd samen met een kinderfysiotherapeut. We stemmen de behandelingen op elkaar af om jou baby zo goed mogelijk te begeleiden.
Ook adviseer ik vaak om rondom groeispurts in de eerste 18 maanden nog een behandeling in te plannen, om te voorkomen dat de baby compensaties gaat gebruiken in de ontwikkeling.
Wat kun je zelf doen?
Naast de behandeling door een osteopaat, zijn er ook dingen die je zelf kunt doen om je baby te stimuleren:
- Afwisseling in houding: Leg je baby afwisselend op de linker- en rechterzij.
- Stimuleer het draaien naar beide kanten: Biedt speeltjes aan aan beide kanten om je baby te stimuleren het hoofdje te draaien.
- Als je het hoofdje van je baby de niet-voorkeurskant opdraait, hou dan met zachte hand het hoofdje 15-20 seconden in deze positie alvorens je het hoofdje loslaat. Dan heeft je baby even de tijd om te wennen aan deze nieuwe positie.
- Buikligging: Oefen regelmatig buikligging. Buiklig is ook in jouw armen als jij onderuitgezakt op de bank zit of op bed ligt. Je baby hoeft niet het hoofdje opgetild te houden. In het begin kunnen ze dat maar kort (of niet). Maar in deze houding heeft je baby minder lang druk op de vlakke zijde van de schedel, wat helpt de irritatie daar te verminderen.
Conclusie:
Een voorkeurshouding is een veelvoorkomend probleem bij baby’s. Het is belangrijk om er alert op te zijn en tijdig hulp te zoeken. Als babyosteopaat kan ik je hierbij ondersteunen.
Heb je vragen of twijfels over de houding van je baby? Neem dan gerust contact met me op voor overleg of om een afspraak in te plannen. Je kunt me telefonisch bereiken op 06-52645920 of via mijn website osteopathiehuizen.nl.
Ik help je graag verder!
0 Reacties